
Dordrecht heeft haar stapelrecht mede te danken aan het feit dat de stad aan een knooppunt van vaarwegen ligt. Daar waar verschillende rivieren gaandeweg overgaan in brede zeegaten. Omdat eind 13e, begin 14e eeuw, verreweg de meeste goederen over water worden vervoerd, is het de moeite waard het knooppunt van vaarwegen rond Dordrecht in die periode, nader te bekijken. We volgen daarbij een gedeelte uit een publicatie van Niermeyer en kaartmateriaal van Easton. (zie bronnen hieronder)
Verbinding met het achterland
De verbinding tussen Dordrecht en het achterland wordt gevormd door de rivieren de Rijn, de Waal, die benedenstrooms van Gorinchem de Merwede heet, en de Maas. De zuidelijke benedenloop van deze laatste rivier, de Oude Maas, is afgedamd en heeft zodoende weinig betekenis voor het scheepvaartverkeer. Schepen die stroomafwaarts komen varen of door de verbinding tussen Maas en Waal bij Heerewaarden, of verder voorbij Heusden langs het gedeelte van de Maas, dat bij Woudrichem in de Waal uitkomt. Van beide wegen vormt de Merwede het laatste traject richting zee.
Noordelijke tak van de Merwede
Bij Dordrecht verdeelt de Merwede zich. De oudste tak is de noordelijke. Langs die weg heeft Dordrecht allereerst verbinding heeft met de Lek . Een klein deel van de goederenstroom die de Rijn afkomt verplaatst zich langs die Lek. De meeste goederen gaan echter langs de Waal , maar de Lek kan grote betekenis krijgen als de vaart langs de Waal gestremd is door bijvoorbeeld oorlogsomstandigheden. Bij normale doorvaart op de Waal is de Lek van belang als verbinding met Utrecht en de IJsselsteden zoals Kampen. Verder de Merwede afvarend wordt de Hollandse IJssel bereikt. Deze rivier geeft, via het Oude Gein, verbinding met Utrecht. Maar de belangrijkste functie van de Hollandse IJssel is die van eerste schakel in de route door Noord-Holland. Door de Goudse sluis komen de schepen in de Gouwe, verder langs de oude Rijn naar Leiden, via Zijl en Haarlemmermeer naar Haarlem en langs Spaarne en IJ naar Amsterdam. Verder westelijk ligt de Schie als verbinding met Delft en Den Haag. Een verbinding, die na 1340 eerst word verbeterd door het graven van de Rotterdamse Schie en de Haagse Trekvliet. En vervolgens na 1390 door het aanleggen van de Delfshavense Schie. Maar een doorgaande verbinding met Noord-Holland geeft de Schie niet. In de Vliet tussen Delft en Leiden ligt de Leidschendam. De goederen moeten worden overgedragen en alleen kleine schuiten kunnen overtrekken. De vaarweg langs Gouda blijft daardoor hoofdzaak, maar die langs Rotterdam is toch van zodanig belang , dat in die stad een controlepost van de grafelijke tollen is gevestigd.

Zuidelijke tak van de Merwede
De zuidelijke tak van de Merwede, die achtereenvolgens de namen Dubbel, Waal en Oude Maas draagt, geeft toegang tot de Zeeuwse stromen. Die toegang loopt over de Striene en de Bernisse. Langs deze routes kunnen de schepen voorbij Zierikzee en tussen Zuid-Beveland en Noord-Beveland-Walcheren door naar het Zwin richting Vlaanderen. Maar de schepen kunnen ook de Schelde op naar Antwerpen en Mechelen. Vermoedelijk geven de schippers voor de vaart naar Vlaanderen aan de Bernisse en voor die naar Antwerpen aan de Striene de voorkeur. In elk geval is het verkeer langs de Bernisse verreweg het belangrijkste van de twee. De route van Dordrecht naar zee loopt via de Merwede en de Maas.
Verbinding met Brabant
Tenslotte is er nog de verbinding tussen Dordrecht en Brabant. Die bestaat uit zowel een water- als een landweg. Vanuit de stad kan de scheepvaart door een in 1307 gegraven spui in het afgedamde stuk van de Dubbel komen en zo verder langs de Oude Maas naar de rivier de Donge, waaraan Geertruidenberg ligt. Dat spui is in 1377, als te bezwaarlijk voor de waterkering van de Grote Waard , afgedamd. Sindsdien moeten chippers in Dordrecht aan de dam overladen. Maar er is ook een landweg door de Grote Waard , die via een veer bij Almsvoet over de Oude Maas, naar Geertruidenberg loopt en vandaar naar Breda. Hier wordt een Romeinse heerweg bereikt, die zich bij Hoogstraten vertakt. De ene richting naar Antwerpen, de andere naar Lier, Mechelen en Brussel.
Bronnen:
1. Niermeyer, J.F., Dordrecht als handelsstad in de tweede helft van de veertiende eeuw, in “Bijdragen voor de Vaderlandse Geschiedenis en Oudheidkunde (BVGO), 8e reeks: 1e deel (1940), blz. 1-5.
2. Tijdschrift van het Kon. Ned. Aardrijksk. Genootschap 1917, kaart no.1 Zuid-Holland en Dordrecht. Dr. C. Easton, uit “Dordrecht Plattegronden” (website).
Visits: 156